Nieuwe inzichten door het direct met elkaar in verband brengen van beweging, spier- en hersenactiviteit
“We zouden graag het ParkinsonFonds willen bedanken dat zij ons de mogelijkheid hebben gegeven deze belangrijke en uitdagende onderzoekslijn te vervolgen en zijn erg blij dat we nu verslag kunnen uitbrengen van deze resultaten, waarbij nieuwe inzichten worden geboden in de pathofysiologie van de ziekte van Parkinson.”
Prof. dr. Leenders en Prof. dr. Maurits (UMC Groningen)
1. Toegenomen coördinatie van spieractiviteit in patiënten met de ziekte van Parkinson staat in direct verband met verminderde activiteit van de basale ganglia.
Belangrijkste resultaten van dit onderzoek:
Bij gezonde proefpersonen werden voor samengestelde bewegingen vooral de basale ganglia (BG) ingezet, terwijl het cerebellum sterker betrokken was bij het uitvoeren van enkelvoudige bewegingen. In vergelijking met gezonde proefpersonen, vertoonden patiënten met de ziekte van Parkinson een verminderde activering van de BG en een onderling verbonden bewegingsketen, waarvoor een uiterst gecoördineerde spieractiviteit noodzakelijk is, terwijl zij het er vooral voor samengestelde bewegingen slechter vanaf brachten.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson werden enkelvoudige bewegingen gekarakteriseerd door toegenomen activiteit in de (ipsilaterale) rechter pariëtale schors en het linker cerebellum, wat naar onze mening duidt op toegenomen visueel-ruimtelijke verwerking. Het laatstgenoemde zou dus beschouwd kunnen worden als een compensatiemechanisme voor hun verminderde bewegingsselectie. De aan de ziekte van Parkinson gerelateerde wijzigingen die op zowel het niveau van de hersenen als dat van de beweging werden ontdekt, suggereren dat patiënten met deze ziekte vooral beperkt zijn bij het uitvoeren van taken waarvoor een uiterst gecoördineerde spieractiviteit noodzakelijk is. Deze bevindingen staven de veronderstelling dat een beperkte functionaliteit van de BG een verminderde selectie van de juiste spieren zou veroorzaken, wat te wijten is aan een verminderde inhibitie van ongewenste motorische activiteit.
2. Hersenactiveringen gerelateerd aan ballistische, stapsgewijs onderbroken en geleidelijk gemoduleerde bewegingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Belangrijkste resultaten van dit onderzoek:
Bij gezonde proefpersonen werd de initiatie van bewegingen gekarakteriseerd door activeringen van het striatum ventralis anterior, de substantia nigra (SN) en de premotorische schors, terwijl de inhibitie gedomineerd werd door activeringen van de nucleus subthalamicus (NST) en de globus pallidus, wat overeenkomt met de gekende rol van deze gebieden bij eenvoudige bewegingen. Bij geleidelijke bewegingen waren vooral het putamen dorsalis anterior en het pallidum betrokken. In vergelijking met gezonde proefpersonen vertoonden patiënten met de ziekte van Parkinson voor de initiatie een verminderde activering van het striatum/de SN en een verhoogde activering van het pallidum. Bij inhibitie, daarentegen, was de activering van de NST verminderd en die van het striatum, de thalamus en de cortex verhoogd. Bij geleidelijke bewegingen vertoonden patiënten een verminderde activering van het pallidum en een verhoogde activering van de thalamus en cortex.
We leiden hieruit af dat aan de ziekte van Parkinson gerelateerde wijzigingen die zich tijdens de initiatie van de beweging voordoen, passen binnen het (vrij statische) model van wijzigingen in de directe en indirecte banen van de basale ganglia. De verminderde activering van de NST en de verhoogde regionale corticale activering tijdens inhibitie bij patiënten met de ziekte van Parkinson en de geleidelijke modulatie van de bewegingen kunnen beter worden verklaard door een dynamisch model dat ook rekening houdt met het verhoogde reactievermogen op externe stimuli die met deze ziekte gepaard gaat en de effecten van hyperfluctuerende corticale input op vooral het striatum en de NST.
Uw steun vandaag maakt onderzoek mogelijk van ware Parkinsonspecialisten dat het dagelijks leven van mensen met Parkinson kan verbeteren.
Het onderzoek van prof. dr. Leenders en prof. dr. Maurits (UMC Groningen) naar Parkinson en beweging is mede gefinancierd door het ParkinsonFonds. Met de kennis van dit soort onderzoek, kan de levenskwaliteit van Parkinsonpatiënten hopelijk
worden verbeterd.
Hoe kunt u helpen?
Doneer nu voor wetenschappelijk onderzoek naar het voorkomen of genezen van parkinson.