Bij de ziekte van Parkinson sterven zenuwcellen (grijze stof). Hierdoor verergeren de symptomen, zoals bewegingsstoornissen, bij de patiënt. We zien ook afwijkingen in de witte stof. Het is mogelijk dat die veranderingen voorafgaan aan de cognitieve achteruitgang zoals we die zien bij Parkinson. Dat betekent dat specifieke veranderingen in de witte hersenstof iets kunnen vertellen over de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson, die vaak samengaat met cognitieve problemen.
In ons onderzoek staan specifieke moleculen centraal, de zogeheten nietcoderende RNAs, afgekort ncRNA. Deze moleculen worden in de hersenen niet
omgezet in eiwitten. Daarom beschouwde de wetenschap deze moleculen eerst als overbodige ‘ruis’. Inmiddels is echter duidelijk dat de ncRNA moleculen zeer belangrijk zijn voor de complexe werking van onze hersenen en dat ze ook een rol spelen bij verschillende ziekten.
Dit is de eerste studie die het ncRNA zo uitgebreid in beeld gaat brengen. We bestuderen hersenmateriaal van overleden Parkinsonpatiënten om nieuwe inzichten te krijgen in zowel de witte als de grijze hersenstof. Met die nieuwe kennis hopen we een betere diagnose en behandeling van de ziekte van Parkinson mogelijk te maken.
“Mijn naam is Eleonora Aronica en ik doe als neuroloog/neuropatholoog hersenonderzoek naar de ziekte van Parkinson.
Parkinson is nog steeds ongeneeslijk en de behandelingen zijn beperkt. De ziekte is onomkeerbaar, complex en heeft ingrijpende gevolgen voor de patiënt. Mensen met de ziekte van Parkinson hebben dringend behoefte aan een effectieve therapie. Daar zetten mijn onderzoeksteam en ik ons graag voor in.
Ik zal eerst nog wat achtergrondinformatie geven over de hersenen, om ons onderzoek beter uit te kunnen leggen.
Het menselijk brein bevat twee belangrijke weefseltypes: grijze stof met zenuwcellen en witte stof met ondersteunende cellen die verbindingen maken tussen zenuwcellen. Bij Parkinson sterven zenuwcellen (grijze stof) langzaam af waardoor de symptomen zoals bewegingsstoornissen steeds erger worden.
De nadruk lag in wetenschappelijk onderzoek daarom altijd op de grijze stof. Nu kijken we juist ook naar de invloed van de witte stof. De witte hersenstof blijkt namelijk een belangrijke rol te spelen in menselijke intelligentie, en is essentieel voor het leren van nieuwe vaardigheden.
Het is mogelijk dat veranderingen in witte stof voorafgaan aan de cognitieve achteruitgang zoals we die zien bij Parkinson. En dat dit nog eerder gebeurt dan de veranderingen in de grijze stof. Dat betekent dat specifieke veranderingen in de witte hersenstof iets kunnen vertellen over de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson die vaak samengaat met cognitieve problemen.
In hersenweefsel onderzoeken wij specifieke moleculen in zowel de grijze als de witte stof. Daarbij gebruiken wij geavanceerde apparatuur met een hogere
resolutie dan ooit tevoren. Zo kunnen we eerder onontdekte genetische elementen van de hersenen bekijken.
Onze beoogde concrete resultaten: nieuwe inzichten in en meer kennis over de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson. Een betere diagnose stellen, zodat
we de ziekte in een vroeger stadium al gerichter kunnen behandelen. En nieuwe behandelingen ontwikkelen die de patiënt een betere levenskwaliteit geven.
Daarom hopen mijn onderzoeksteam en ik dat wij ons onderzoek compleet kunnen maken. Het wordt de meest uitgebreide analyse van Parkinsonhersenweefsel ooit. We hopen op baanbrekende inzichten die het maximale opleveren voor patiënten.
Mede namens mijn onderzoeksteam dank ik u hartelijk voor uw onmisbare steun. Daarmee maakt u het belangrijke verschil voor mensen met de ziekte van Parkinson.”