Als hij in 2000 de diagnose ‘parkinson’ krijgt, komt het tot een explosie van woorden en gevoelens. Die geeft hij vorm in honderden gedichten. Een selectie van deze verzen staat in zijn bundel ‘Uit de ooghoek van een zanderige eenling’. De opbrengst schenkt hij geheel aan het ParkinsonFonds.
“
Zelf hoef ik er niets aan te verdienen”, zegt Veer onbaatzuchtig.
Die doordenderende stroom van woorden en gevoelens ontstond immers ‘dankzij’ parkinson. Mijn hoofd zat er vol mee. Een vreemde gewaarwording. Het voelde als een soort schermutseling, een grote onrust. Het gaf een verscherping van mijn geest – iets wat de neuroloog al voorspelde. Ik móést mijn gevoelens opschrijven. De tekst rolde er zó uit.
Glimlachen
Voor Veer voelt dichten als een bevrijding. “Toen ik hoorde dat ik parkinson had, sloot ik me eerst helemaal in mezelf op. Het was een vrij grote schok om niet meer zo automatisch te kunnen bewegen als ik gewend was. Dat ik mijn gevoelens zo op papier heb kunnen schetsen, geeft me een rijk gevoel.” Veer schrijft altijd op papier, overal heeft hij kladjes en beginnetjes van verzen. Bij elk gedicht noteert hij datum en tijd van creatie. “Dan blijkt dat je het meest schrijft waar je ontspant, zoals op vakantie.” Hij rijmt over de meest uiteenlopende thema’s – van angst tot sport, van seks tot religie en van ouderdom tot natuur.
Baarmoeder
In het dagelijks leven verkoopt Veer verpakkingen zoals rolpapier, rollenvellen, zakken en tassen, bijvoorbeeld voor de groenteboer, bakker en slager. Daarmee rijdt hij alle markten in het noorden van het land af. “Het is een leuke wereld, ik kom overal en heb met alle branches te maken. Als het me gegund is, zit ik 5 augustus 2008 50 jaar in het vak. Dat wil ik graag bereiken.”
Hij spreekt op een filosofische manier over zijn beroep. “Alles is verpakt, dat is zo fascinerend. Je komt ter wereld in de mooiste verpakking die er is: de baarmoeder. En je verlaat de aarde weer in een andere verpakking, zoals een kist of urn.”
Voortslepen
Ondanks zijn ziekte en pensioengerechtigde leeftijd werkt Veer nog steeds zo’n twaalf uur per dag. Hij zit nu eenmaal in een bepaald ritme, houdt van zijn vak en autorijden is geen probleem. “Natuurlijk heb ik mijn moeizaamheden, trillingen en dieptepunten. Soms moet ik mijn voet echt voortslepen. Ik ben voornamelijk fysiek bezig en merk elke dag dat bepaalde activiteiten zwaarder gaan. Als ik voel dat mijn kracht afneemt, verlaag ik mijn tempo. Dan ga ik even een halfuurtje koffiedrinken of een broodje eten. Ik noem dat ‘on speaking terms’ zijn met je lichaam.”
Vuurkracht
Veer brengt veel tijd door in zijn werkkamer, die jazz ademt. Onder het toeziend oog van Miles Davis en Chet Baker vanaf hun posters verzorgt hij zijn administratie. Tussen een duizelingwekkende collectie cd’s en lp’s van en boeken over jazzgrootheden typt hij zijn gedichten over van zijn notitieblaadjes. De jazzmuziek heeft zijn eeuwige liefde. “Als ik ooit niet meer kan schrijven, heb ik nog altijd de muziek. Op mijn dertiende ben ik aangestoken door het heilige vuur. Art Blakey and The Jazz Messengers … de opnames van de radio-uitzending van 12 augustus 1954 heb ik hier nog liggen! Mijn eerste plaat was van Gerry Mulligan, mijn grootste held is Charlie Parker. De heftigheid van jazz spreekt me aan. De ongebreidelde vuurkracht, de improvisaties, de dwingende beat. Schitterend. Jazz brengt emoties teweeg. Datzelfde beoog ik met mijn gedichten. Ik hoop dat ik anderen ermee ontroer. Dat ze erom moeten glimlachen of misschien een traantje wegpinken.”